De Hoge Raad heeft in het zogenaamde Kerstarrest overwogen dat het recht op ongestoord genot van eigendom wordt geschonden voor mensen, die door het forfaitaire stelsel van box 3 worden geconfronteerd met een heffing naar hoger rendement dan het werkelijk behaalde rendement. De Hoge Raad heeft voor deze gevallen rechtsherstel geboden door te bepalen dat alleen het werkelijke rendement in de heffing mag worden betrokken.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat er alleen aanleiding is voor rechtsherstel als voor alle vermogensbestanddelen tezamen het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. De vergelijking moet worden gemaakt voor alle vermogensbestanddelen gezamenlijk en niet per vermogensbestanddeel afzonderlijk. De belanghebbenden in een procedure voor deze rechtbank hebben geen inzicht gegeven in het rendement dat zij hebben behaald op de post ‘overige vorderingen – uitgeleend geld’ van € 70.787. Gelet op de betwisting door de inspecteur van het door hen gestelde hierop behaalde nettorendement van 5,16% hebben de belanghebbenden niet aannemelijk gemaakt dat het werkelijk behaalde rendement voor alle vermogensbestanddelen gezamenlijk lager is dan het forfaitair bepaalde voordeel. Daarmee hebben zij niet aannemelijk gemaakt dat zich een schending van het eigendomsrecht heeft voorgedaan.
Stel een vraag: