De eigenaren van een woning hebben het perceel, waarop de woning staat, gesplitst en het afgesplitste deel verkocht. De vraag is of het daarmee behaalde voordeel belastbaar is als resultaat uit een werkzaamheid. Een voordeel is belast als resultaat uit een werkzaamheid, indien sprake is van het verrichten van arbeid in het economische verkeer. Het voordeel moet zijn beoogd en redelijkerwijs te kunnen worden verwacht.
De eigenaren stelden zich op het standpunt dat het behaalde resultaat moet worden gezien als compensatie voor de planschade die zij menen te hebben geleden. Die planschade zou bestaan uit een waardedaling van hun woning door de herinrichting van de wijk waarin hun woning is gelegen. Een vergoeding van planschade voor de eigen woning is onbelast in de inkomstenbelasting. De Rechtbank Noord Nederland is van oordeel dat geen sprake is van vergoeding van planschade. Vergoeding van planschade vindt alleen plaats op verzoek van de gedupeerden. De eigenaren hebben niet verzocht om vergoeding van de gestelde planschade. Dat betekent dat het college van B en W geen beslissing heeft genomen op een dergelijk verzoek.
Tussen partijen is niet in geschil dat het resultaat is behaald door het verrichten van arbeid en dat is deelgenomen aan het economische verkeer. De rechtbank is verder van oordeel dat het behaalde voordeel door de eigenaren was beoogd en redelijkerwijs te verwachten was. Een van de eigenaren drijft een onderneming op het gebied van bouwadvies en heeft daardoor meer kennis en deskundigheid van de verrichte werkzaamheden dan de gemiddelde persoon. Het voordeel was te verwachten, gezien de medewerking van de gemeente en de mogelijkheid om een aangekochte groenstrook te verkopen als bouwgrond. Dat het voordeel was beoogd, volgt uit de stelling van de eigenaren dat zij met de verkoop de door hen geleden “planschade” wilden compenseren.
De rechtbank heeft het behaalde voordeel aangemerkt als belastbaar resultaat uit een werkzaamheid.
Stel een vraag: