De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bezwaarschrift de gronden, waarop het bezwaar berust, dient te bevatten. Een bezwaarschrift kan niet-ontvankelijk worden verklaard als niet is voldaan aan dit vereiste. Wel dient de indiener in de gelegenheid te zijn gesteld om het verzuim te herstellen.
Het bestuursorgaan moet de indiener van een bezwaarschrift, die uitstel heeft gekregen voor de motivering van het bezwaar, wijzen op de gevolgen van overschrijding van de nader gestelde termijn. Het bestuursorgaan dient erop te wijzen dat bij het overschrijden van die termijn de kans bestaat dat het bezwaar niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
In de ontvangstbevestiging van een pro-forma bezwaarschrift stelde het bestuursorgaan een termijn voor het indienen van de motivering van het bezwaar. Tevens werd gewezen op de gevolgen van het niet of niet tijdig indienen van het aanvullen van het bezwaarschrift. Nadat de termijn was verstreken, stuurde het bestuursorgaan een herinnering met een nadere termijn voor het indienen van de motivering. Ook in de herinnering werd gewezen op de mogelijke gevolgen van niet tijdig aanvullen van het bezwaar. Na het verstrijken van de nadere termijn heeft het bestuursorgaan het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank stelde vast dat de indiener van het bezwaar niet is gehoord ondanks dat hij daarom had verzocht. Het bestuursorgaan mag op grond van de Algemene wet bestuursrecht afzien van het horen van een belanghebbende als zijn bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is. Gezien het ontbreken van een motivering was het bezwaar kennelijk ongegrond. Hof Den Haag heeft het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ongegrond verklaard.
Brondocument
Stel een vraag: