header

Navordering over verzwegen buitenlands banktegoed

09-09-2024
fb895fd6-74f5-4dd0-a51e-67b7fa67c46d

Navordering over verzwegen buitenlands banktegoed

e Belastingdienst heeft voor de jaren 2005 tot en met 2013 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd aan een belastingplichtige in verband met het verzwijgen van een buitenlandse bankrekening. Over alle jaren zijn vergrijpboetes opgelegd en is heffings- of belastingrente in rekening gebracht.

De belastingplichtige heeft tegen de navorderingsaanslagen bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft de bezwaren over de jaren 2005 tot en met 2009 niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Wel heeft hij de navorderingsaanslagen en rente- en boetebeschikkingen daarna verminderd tot nihil. De bezwaren over de jaren 2010 tot en met 2013 heeft de inspecteur gegrond verklaard. Bij nader inzien heeft de belastingplichtige recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting tot een bedrag van 15% van de op de bankrekening ontvangen dividenden. De inspecteur heeft de navorderingsaanslagen, de rentebeschikkingen en de vergrijpboetes over deze jaren verminderd.

Er volgde een procedure over de uitspraken op bezwaar over alle jaren. In geschil was of de belastingplichtige terecht als enige gerechtigde tot de bankrekening is aangemerkt. De belastingplichtige meende dat dit niet het geval was en dat hij slechts een kassiersfunctie vervulde voor de werkelijke gerechtigde. De rechtbank volgt het standpunt van de inspecteur, omdat het openingsdocument van de bankrekening alleen de belastingplichtige als gerechtigde tot de bankrekening vermeldt. Uit niets volgt dat anderen ook toegang hadden tot de bankrekening. Dit wekt het vermoeden dat het vermogen op de bankrekening aan de belastingplichtige kan worden toegerekend. De belastingplichtige heeft het bewijsvermoeden dat hij gerechtigd was tot het vermogen op de bankrekening niet ontzenuwd. Omdat het vermogen op de bankrekening aan hem toerekenbaar is, had de belastingplichtige dit in zijn IB-aangiften moeten opnemen.

 De rechtbank is van oordeel dat de beroepen over de jaren 2005 en 2006 niet-ontvankelijk zijn omdat deze de belastingplichtige niet in een gunstiger positie kunnen brengen. De inspecteur heeft de navorderingsaanslagen over deze jaren, inclusief de vergrijpboetes en heffingsrentebeschikkingen, verminderd tot nihil.

De rechtbank is verder van oordeel dat de inspecteur de bezwaren over de jaren 2007 tot en met 2009 ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank de navorderingsaanslag over 2007 verminderd en die over 2008 vernietigd. Dat is een gevolg van het recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing.

De vergrijpboetes over de jaren 2007 en 2009 tot en met 2013 heeft de rechtbank gematigd met 20% vanwege de lange duur van de behandeling. De boete over 2008 is vernietigd omdat de aanslag over dat jaar is vernietigd.

Stel een vraag: 

103/824
fb895fd6-74f5-4dd0-a51e-67b7fa67c46d

Navordering over verzwegen buitenlands banktegoed

Navordering over verzwegen buitenlands banktegoed
103/824