Een omzetbelastingschuld valt in beginsel vrij in de belaste winst van het jaar waarin de Belastingdienst deze omzetbelastingschuld niet langer kan naheffen. Eindigt het naheffingstijdvak op 31 december van een jaar, dan valt de omzetbelastingschuld vrij in de winst van het daaropvolgende jaar.
Een autohandelaar had op zijn balans per 31 december 2010 onder de post kortlopende schuld een omzetbelastingschuld van ruim € 100.000 euro opgenomen. De hiervoor noodzakelijke suppletieaangiften had de autohandelaar niet ingediend. Na een boekenonderzoek legde de inspecteur navorderingsaanslagen inkomstenbelasting op voor de vrijgevallen omzetbelastingschulden.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden was de vrijval van de omzetbelastingschulden, de toerekening aan de jaren en de vraag of sprake was van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigde. Het hof oordeelde in navolging van de rechtbank dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim had begaan. Hij hoefde na een normale, zorgvuldige kennisname van de aangiften inkomstenbelasting over de verschillende jaren niet te twijfelen aan de juistheid van die aangiften. De bevindingen van het boekenonderzoek dat de Belastingdienst de omzetbelastingschulden die op de balans stonden niet meer kon naheffen, leidden ertoe dat die schulden in de belaste winst moesten vrijvallen en nieuwe feiten opleverden die navordering rechtvaardigden. In een werkinstructie van de Belastingdienst werd aan inspecteurs omzetbelasting projectmatig aandacht gevraagd voor de samenhang tussen omzetbelastingschulden op de balans en aangiften omzetbelasting. Deze instructie hoefde de inspecteur inkomstenbelasting niet te kennen. Voorts oordeelde het hof dat omzetbelastingschulden vrijvallen in het jaar waarin de Belastingdienst niet langer kan naheffen, ook zou mogelijk de inspecteur betaling na afloop van die termijn langs civielrechtelijke weg betaling van die schulden kunnen afdwingen. Eindigt het naheffingstijdvak op 31 december van een jaar, dan valt de omzetbelastingschuld vrij in de winst van het daaropvolgende jaar. Vervolgens begint de navorderingstermijn van vijf jaar te lopen voor de vrijgevallen omzetbelastingschuld in de winst. De Hoge Raad heeft de oordelen van het hof zonder nadere motivering bevestigd.
Wet: art. 16 AWR
Meer informatie: Hoge Raad 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:366
Bron: Taxence, 19 maart 2019
Stel een vraag: