Bij de behandeling van het Belastingplan 2022 heeft de staatssecretaris van Financiën toegezegd jaarlijks te rapporteren over het gebruik van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. De startersvrijstelling geldt bij de verkrijging van een woning als hoofdverblijf door iemand die meerderjarig is en jonger dan 35. De woningwaarde mocht in 2023 niet hoger zijn dan € 440.000. Voldoet de verkrijger niet aan de voorwaarden voor de startersvrijstelling, maar is de woning wel bedoeld als zijn hoofdverblijf, dan geldt een tarief van 2% voor de overdrachtsbelasting.
In 2023 zijn er 77.000 akten geregistreerd, waarin een beroep is gedaan op de startersvrijstelling. Bij 7.500 hiervan is sprake van een combinatie met het 2%-tarief. Het aantal akten met alleen het 2%-tarief bedroeg 117.000 in 2023. In 2023 is in meer gevallen een beroep gedaan op de startersvrijstelling dan in 2022, maar in minder gevallen dan in 2021.
De Wet differentiatie overdrachtsbelasting wordt in 2024 geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie komen in de loop van 2024 beschikbaar.
Stel een vraag: