Je hebt van die dagen, waarop je je afvraagt “ligt het nou aan mij, of zijn we in dit land helemaal gek geworden?”. Vandaag was zo’n dag. Het begon vanmorgen aan het ontbijt, bij het openslaan van het Financieel Dagblad viel mijn oog op een groot artikel over de wijkverpleging en de Belastingdienst. Zoals vrijwel niemand is ontgaan is de thuiszorg en alles daaromheen sedert begin dit jaar volledig op de schop gegaan. Een deel van de taken is verdeeld naar de gemeenten, de Sociale Verzekerings Bank mag haar neem toevoegen aan het illustere rijtje van overheidsinstanties-met-falende-ICT, en de wijkverpleging is overgegaan naar de zorgverzekeraars.
Bij deze laatste overgang is tevens afgesproken dat het takenpakket van de wijkverpleegkundige wordt uitgebreid. Ze moet zich onder andere bezighouden met preventie, afstemmen met andere zorgverleners en coördineren met onder andere zorgverzekeraars en gemeenten. De gedachte daarachter is dat de wijkverpleegkundige dicht bij de patiënt staat, en daardoor in staat is vroegtijdig problemen te signaleren en bij te dragen aan meer efficiëntie in de zorgverlening. Twee vliegen in één klap: verbetering van kwaliteit en besparing van kosten. Daar worden we als maatschappij toch heel blij van, niet?
Echter, de Belastingdienst doet niet aan maatschappelijk belang. Zij doet aan regeltjes toepassen, en als het kan zo stringent mogelijk. Wat stelt zij in dit geval: al die aanvullende taken hebben niet direct met de zorg voor de patiënt te maken, dus is de vrijstelling voor zorgdiensten niet van toepassing en mogen wij lekker BTW heffen over de vergoeding die voor deze aanvullende taken wordt betaald. Hup, zo een hap van 21% uit dit deel van het toch al aan alle kanten onder druk staande budget voor de zorg. Nog los van alle kosten die wijkverpleegkundigen straks moeten gaan maken om exact bij te houden hoeveel tijd ze aan de vrijgestelde en de belaste taken kwijt zijn. En dan te bedenken dat de zorg volledig gefinancierd wordt uit middelen die al in de vorm van premies voor zorgverzekering en AWBZ uit de zak van de burger zijn geklopt.
Nog niet bijgekomen van mijn verbazing over deze onzinnige vorm van rondpompen van geld, werd ik op kantoor geconfronteerd met een gerechtelijke uitspraak over infuuszakken. Geneesmiddelen die per infuus worden gegeven moeten nu eenmaal steriel bewaard en toegediend worden, zodat ze normaliter in of via een zak worden toegediend. En wat stelt de Belastingdienst nu: die infuuszak is eigenlijk gewoon verpakking, daar gaan we gewoon verpakkingenbelasting over heffen. Want verpakkingen moeten we nu eenmaal niet willen, slecht voor het milieu en zo. Had de medicatie nu in een injectiespuit gezeten, dan was het anders geweest, want daarvoor is een exotenregeling in het leven geroepen. Ik dacht alleen maar: “huh? “ Ook hier wordt weer een (al is het dan bescheidener) greep gedaan in het zorgbudget.
Gelukkig is de verpakkingenbelasting inmiddels afgeschaft, maar aan de BTW zitten we nog wel even vast.
De organisatie van de zorg is al zo complex, en dan fietst de Belastingdienst er op deze wijze nodeloos doorheen. Wat was hun leus ook al weer? Leuker kunnen we het niet maken maar complexer wel?
Stel een vraag: