De kosten van een werkruimte in de woning van een ondernemer komen alleen voor aftrek in aanmerking als de werkruimte een zelfstandig gedeelte van de woning vormt. Met ingang van 1 januari 2022 kent de loonbelasting een gerichte vrijstelling voor de vergoeding van de kosten van thuis werken.

Een zzp’er claimde met een beroep op het gelijkheidsbeginsel aftrek van kosten van een niet-zelfstandige werkruimte. De zzp’er vergeleek de eigen situatie in het jaar 2018 met die van werknemers in 2022, die als gevolg van de coronapandemie thuis moesten werken. Deze werknemers konden een onbelaste thuiswerkvergoeding van hun werkgever ontvangen. Het niet toestaan van een aftrek van kosten, die verband houden met een eigen werkruimte voor zelfstandigen, die als gevolg van de coronapandemie thuis moesten werken, is volgens de zzp’er discriminerend.

De rechtbank heeft het beroep op het gelijkheidsbeginsel afgewezen. Of sprake is van discriminatie moet worden beoordeeld naar de regelgeving van het jaar waarop het geschil betrekking heeft en niet van het jaar van behandeling.

In hoger beroep heeft de zzp’er het beroep op het gelijkheidsbeginsel herhaald. Hof Amsterdam deelt het oordeel van de rechtbank en heeft het hoger beroep ongegrond verklaard.