Uitgaven van een onderneming worden in beginsel toegerekend aan het jaar waarin zij worden gedaan.
De directie van een schadeverzekeraar heeft op 15 december 2015 besloten om in 2016 aan alle verzekerden een bedrag uit te keren in verband met het 65-jarig bestaan. In geschil is of de schadeverzekeraar in verband daarmee de winst van 2015 mag verminderen met een buitengewone last. Hof Den Bosch beantwoordt de vraag of eind 2015 sprake is van een juridische verplichting ontkennend. De verplichting tot betaling is pas in 2016 ontstaan. Voor het recht op uitkering was niet van belang of iemand in 2015 verzekerd was bij de schadeverzekeraar.
Het hof heeft ook de vragen of de schadeverzekeraar eind 2015 een voorziening of een transitoire winstuitstelpost mag vormen ontkennend beantwoord.
Voor de vorming van een voorziening is een oorzakelijk verband met de bedrijfsvoering in jaren voor 2016 vereist. Dat verband ontbrak. De in 2016 gedane uitgaven moeten aan dat jaar worden toegerekend. Voor de vorming van een transitoire winstuitstelpost is vereist dat tegenover de in de voorgaande jaren ontvangen premies een andere tegenprestatie bestond dan de verleende verzekeringsdiensten. De in een jaar ontvangen premies zijn in dat jaar verdiend. Van een (gedeeltelijke) premierestitutie is geen sprake, aldus het hof.
Stel een vraag: