header

Geen belang bij procedure tegen beschikkingen verliesverrekening

26-08-2024
00a0e3d4-305f-477d-8642-775c993a27bc

Geen belang bij procedure tegen beschikkingen verliesverrekening

 

Een belastingplichtige heeft bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2015 tot en met 2021 en de verrekening van het vastgestelde verlies van het jaar 2018 met de jaren 2015 tot en met 2017 en 2019 tot en met 2021. De inspecteur heeft de aanslagen en de verliesverrekeningsbeschikkingen gehandhaafd. De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Door de verrekening van het verlies uit 2018 is het belastbare inkomen in box 1 voor de jaren 2016 tot en met 2020 uiteindelijk vastgesteld op nihil. Door de verrekening van verliezen werd de belastingplichtige over de jaren 2016 en 2017 de minstverdienende partner. Daarom zijn aan zijn echtgenote voor deze jaren navorderingsaanslagen opgelegd, waarmee de aan haar uitbetaalde bedragen aan heffingskorting zijn teruggevorderd.

De rechtbank overweegt dat gesteld noch gebleken is dat de belastbare inkomens uit werk en woning waarnaar de aanslagen, de verliesbeschikkingen en de verliesverrekeningsbeschikkingen zijn berekend, op enig punt onjuist zijn. Bij het vaststellen van de aanslagen en de beschikkingen is de inspecteur wel eens van de aangiften afgeweken, maar daartegen is nooit bezwaar gemaakt. Door de verrekening van het verlies uit 2018 is de belastingplichtige over de jaren 2015 tot en met 2020 uiteindelijk geen belasting verschuldigd. Voor zover het beroep betrekking heeft op de aanslagen en beschikkingen voor die jaren heeft de belastingplichtige geen procesbelang en is het beroep niet-ontvankelijk.

Voor zover het beroep betrekking heeft op de aanslag voor het jaar 2021 is het voortijdig ingediend. Het beroepschrift is ingediend nog voordat de aanslag is opgelegd. Er zijn geen feiten of omstandigheden op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat de belastingplichtige ten tijde van het indienen van het bezwaar en het beroep redelijkerwijs mocht menen dat de aanslag al was opgelegd. Voor zover het beroep is gericht tegen de aanslag voor het jaar 2021 is het dus ook niet-ontvankelijk.

De rechtbank heeft het beroep van de echtgenote tegen de aan haar opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting over 2017 ongegrond verklaard.

Stel een vraag: 

116/824
00a0e3d4-305f-477d-8642-775c993a27bc

Geen belang bij procedure tegen beschikkingen verliesverrekening

Geen belang bij procedure tegen beschikkingen verliesverrekening
116/824