Een ondernemer voor de omzetbelasting heeft recht op aftrek van voorbelasting. Dat is de omzetbelasting die andere ondernemers aan hem in rekening brengen voor door hen verrichte leveringen en diensten. Voorwaarde voor het recht op aftrek is dat de afgenomen goederen en diensten worden gebruikt voor belaste prestaties. Het recht op aftrek van voorbelasting voor goederen en diensten die zowel voor belaste als vrijgestelde prestaties worden gebruikt, komt naar rato van de omzetverhouding voor aftrek in aanmerking. Wanneer het werkelijke gebruik van de afgenomen goederen en diensten afwijkt van de omzetverhouding, wordt het voor aftrek in aanmerking komende gedeelte bepaald op basis van het werkelijke gebruik.
De vraag in een procedure voor Hof Amsterdam is in hoeverre een ondernemer recht heeft op aftrek van voorbelasting. De ondernemer verhuurt opslagruimte aan bedrijven en particulieren. De verhuur van opslagruimte aan particulieren is vrijgesteld van omzetbelasting. Bij de verhuur aan ondernemers wordt waar mogelijk geopteerd voor belaste verhuur. Daarvoor is nodig dat de huurder ten minste voor 90% recht heeft op aftrek van voorbelasting.
De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2022 geoordeeld dat om af te wijken van de omzetverhouding het werkelijke gebruik aan de hand van objectieve gegevens nauwkeurig moet zijn vast te stellen. Volgens Hof Amsterdam heeft de ondernemer dergelijke objectieve en nauwkeurige gegevens niet overgelegd. Uit de overgelegde gegevens volgt niet objectief en nauwkeurig het gebruik van de goederen en diensten door enerzijds zakelijke en anderzijds particuliere klanten. De data uit de toegangssystemen zijn volgens het hof niet bruikbaar als bewijs van het werkelijke gebruik van door de ondernemer ingekochte goederen en diensten.
Het gebruiksrecht van een huurder is het recht om van het gehuurde met uitsluiting van anderen exclusief gebruik te maken. Het doet er niet toe hoe vaak de huurder van dat recht gebruik maakt. Omdat de ondernemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat het werkelijke gebruik van de goederen en diensten niet overeenkomt met de omzetverhouding, heeft de inspecteur de aftrek van de voorbelasting terecht bepaald op basis van de omzetverhouding.
Stel een vraag: