In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld over de fiscale aftrekbaarheid van een verlies op certificaten van aandelen, die een werknemer had in het bedrijf van zijn werkgever. Dit oordeel kan van belang zijn voor werknemers, die een belang hebben in het bedrijf van hun werkgever.
Een werknemer kocht in de jaren 2006 tot en met 2015 certificaten van aandelen in de moedermaatschappij van de groep waartoe zijn werkgever behoorde. In 2016 verkochten de aandeelhouders alle aandelen van deze moedermaatschappij. Dit resulteerde in een aanzienlijk verlies voor de werknemer.
De werknemer wilde dit verlies ten laste van zijn fiscale inkomen in box 1 brengen. De inspecteur stond dit echter niet toe en nam de certificaten in box 3 op voor de jaren 2016 en 2017, zonder het verlies te verrekenen met het inkomen in box 1. Hof Den Haag oordeelde dat er geen fiscaal verband was tussen de certificaten en de dienstbetrekking, aangezien de werknemer de certificaten tegen de waarde in het economische verkeer heeft verworven. De vraag of het verlies als negatief loon kon worden aangemerkt, is door het hof ontkennend beantwoord. Het hof stelde dat het verlies veroorzaakt is door de waardedaling van de certificaten. Dat is een gebeurtenis, die losstaat van de dienstbetrekking.
De werknemer heeft zich voor het hof beroepen op een schending van het EVRM, stellende dat het werkelijk genoten rendement als grondslag voor box 3 moest worden genomen in plaats van de waarde van de certificaten. Het hof ging hierin mee en verleende rechtsherstel.
Zowel de werknemer als de staatssecretaris van Financiën was het met het oordeel van het hof oneens en heeft beroep in cassatie ingesteld. De werknemer meende dat het hof het verlies op de certificaten ten onrechte niet als negatief loon in aanmerking heeft genomen. De Hoge Raad heeft deze klacht ongegrond verklaard. Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is niet onbegrijpelijk en evenmin onvoldoende gemotiveerd.
De staatssecretaris meent dat de Wet rechtsherstel box 3 niet de mogelijkheid biedt om het voordeel uit sparen en beleggen vast te stellen op de feitelijk genoten directe vermogensopbrengst, indien die zowel lager is dan het voordeel volgens het per 1 januari 2017 ingevoerde wettelijke stelsel en volgens de Wet rechtsherstel box 3. De Hoge Raad heeft deze klacht afgewezen onder verwijzing naar zijn op 6 juni 2024 gewezen arresten.
Stel een vraag: