In Nederland kennen we 30%-regeling. Deze houdt in, dat een werkgever aan buiten Nederland geworven werknemers of vanuit het buitenland naar Nederland uitgezonden werknemers 30% van het loon kan verstrekken als onbelaste vergoeding voor zogenoemde extraterritoriale kosten zonder dat hier een onderbouwing aan ten grondslag ligt. Het moet dan gaan om werknemers met specifieke deskundigheid, die in Nederland moeilijk te krijgen zijn. Extraterritoriale kosten zijn de extra kosten die een werknemer maakt in verband met het tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst.
Om de 30%-regeling als werknemer te verkrijgen dient aan bepaalde voorwaarden te worden voldaan. De ingekomen werknemer en de werkgever dienen hiertoe een verzoek te doen bij de Belastingdienst. Per 1 januari 2019 is de maximale looptijd van de 30% regeling verkort van 8 naar 5 jaar. Deze verkorting naar 5 jaar is ook van toepassing op het vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten.
Voor de per 1 januari 2019 reeds bestaande gevallen, is hier nogal wat om te doen geweest. Het ongenoegen van vele expats die gebruik maken van deze aantrekkelijke regeling zat hem in feit dat de regeling zonder overgangsrecht zou worden verkort van 8 jaar naar 5 jaar. Dit betekende dat iemand aan wie een beschikking 30% regeling was toegekend voor een termijn van 8 jaren vanaf 1 januari 2019 geen gebruik meer kon maken van de regeling indien op 1 januari 2019 reeds 5 of meer jaren van de 8-jaar periode waren verstreken.
Echter, de regering heeft op 15 oktober 2018 alsnog overgangsrecht aangekondigd van twee jaren.
Het overgangsrecht kan als volgt worden samengevat:
In feite betekent het overgangsrecht voor bestaande gevallen dat de verkorting van 8 jaar naar 5 jaar niet met ingang van 1 januari 2019 van toepassing is maar met ingang van 1 januari 2021. Het overgangsrecht is ook van toepassing op het vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten.
Stel een vraag: